EN NL

Profiel Taalwetenschap

Domein

Taalwetenschap is in Nederland een domein met vele uiteenlopende specialisaties, waarvan er velen een interdisciplinair karakter hebben. Binnen de Taalwetenschap zijn tenminste achttien subdomeinen te onderscheiden. Deze omvatten onder meer syntaxis, semantiek, pragmatiek, discoursanalyse, communicatie, fonologie, morfologie, computationele taalkunde, historische taalkunde, taalfilosofie, psycho- en neurolinguïstiek, sociolinguïstiek, en de beschrijving van afzonderlijke talen in de vorm van grammatica’s en woordenboeken. Daarnaar zijn er diverse toepassingsgebieden, zoals taal- en spraaktechnologie, forensisch onderzoek, onderwijs in moedertaal en vreemde talen, taaladvisering en taalpathologie, die overigens ook zuiver theoretisch kunnen worden benaderd, vaak in samenhang met andere specialismen. Het onderzoeksdomein is in Nederland georganiseerd in onderzoekschool LOT.

 

Publieken

De meeste specialisaties zijn internationaal georiënteerd, wat ook tot uitdrukking komt in de voorkeuren voor hooggekwalificeerde internationale tijdschriften. De nadruk bij deze specialisaties ligt veelal op communicatie met gespecialiseerde vakgenoten. Ook zijn er banden met specifieke beroepsgroepen, zoals taaltechnologen, spraaktherapeuten, leraren(opleiders) vreemde talen en leraren Nederlands. Communicatie vanwege de aanzienlijke publieke belangstelling voor taalwetenschap vindt plaats via (hybride) boeken, bijdragen in media, en blogs.

 

Producten en communicatievormen

  • In kwantitatieve zin zijn (internationale) tijdschriftpublicaties de voornaamste vorm van communicatie. Daarnaast zijn er veel bijdragen in bundels en in handboeken met overzichtsartikelen te vinden. De meeste tijdschriften zijn terug te vinden in internationale lijsten en databases, zoals WoS, Scopus en de ERIH- en ERIH+-lijsten. Dergelijke lijsten, ook die welke deel uitmaken van deze handreiking, hebben een dynamisch en zeker geen limitatief karakter.
  • Open Access is in toenemende mate van belang voor tijdschriftpublicaties.
  • Proceedings zijn voor een aantal subdomeinen in de taalwetenschap zeer belangrijke vormen van communicatie. Dit is onder meer het geval bij computationele linguistiek, niet alleen voor junior maar ook voor senior onderzoekers. Proceedings zijn ook van belang voor gebieden als theoretische taalkunde en de psycholinguistiek, waar dit vooral een communicatievorm is voor junior onderzoekers.
  • In toenemende mate zijn de publicaties van taalwetenschappers te vinden en te downloaden op de websites van de individuele onderzoekers, en ook via sites als academia.eu en researchgate.net die internationaal steeds meer gebruikt worden.
  • Boekpublicaties, met name die welke uitgegeven worden door goede uitgeverijen, bereiken brede publieken van specialisten – o.m. in de vorm van handboeken die vaak ook in elektronische vorm beschikbaar zijn-, van professionele beroepsbeoefenaren en van belangstellenden. Deze brede receptie blijkt uit aanzienlijke aantallen verwijzingen naar die publicaties die te vinden zijn met onder meer Google Scholar.
  • Adviezen op het gebied van onderwijs, communicatie etc.
  • Andere typen producten zijn: online woordenboeken, online grammatica’s, databases, digitale tools en de deelname aan professionele internetfora.
  • De voertaal in tijdschriften is veelal Engels, maar er wordt ook gepubliceerd in andere talen, waaronder Nederlands, Duits en Frans, afhankelijk van het specialisme. Reviewprocessen zijn van zeer groot belang, ook bij boekpublicaties, bundels en dikwijls ook conferenties. De meest voorkomende vorm van een reviewprocedure is uitgebreide anonieme peer review.

 

Processen en strategieën

  • Kenmerkende processen die onderdeel uitmaken van de communicatievormen zijn: Congresdeelname en –organisatie, (co-)auteurschappen in bundels, en communicatie via andere kanalen dan tijdschriften en congressen (specialistische fora en samenwerkingsverbanden). Er zijn vele vormen van samenwerking tussen verschillende instellingen bij de productie van databases en andere digitale tools.
  • Publicaties in tijdschriften worden regelmatig door meerdere auteurs geschreven, waarbij de volgorde van auteurs vaak wordt bepaald op basis van bijdrage. In de psycholinguïstiek en in ander experimenteel werk wordt vaak in plaats daarvan een andere volgorde aangehouden, waarbij het eerste en laatste auteurschap het belangrijkst zijn: de eerste auteur heeft het meeste schrijfwerk gedaan, terwijl de laatste auteur de projectleider is. In zeldzame gevallen is sprake van alfabetisch coauteurschap. Monografieën en overzichtsartikelen zijn veelal “single authored”.

 

Domein-specifieke kenmerken van kwaliteit en relevantie

Internetfora en virtual research environments, software, woordenboeken, databases, internet-portalen. Veel van deze onderzoeksuitkomsten zijn hybride, d.w.z. toegankelijk voor academici, professionals en andere publieken.

 

Waar het gaat om de toepasbaarheid van kwantitatieve indicatoren voor gebruik en erkenning kan worden opgemerkt:

  • Dat dit mogelijk is voor veel subdomeinen, op voorwaarde van aanzienlijke dekking van de gerealiseerde output in databases zoals Scopus, Google Scholar of ook Web of Science.
  • Dat de zichtbaarheid van activiteiten in virtual research environments en internetfora nog niet met gevestigde bibliometrische tools is te analyseren.