EN NL

Profiel Klassieke Oudheid Studies

Domein

Het domein van klassieke oudheid studies bestrijkt een breed terrein van specialistisch en interdisciplinair onderzoek op het gebied van antieke culturen, in het bijzonder de Griekse en Romeinse oudheid. Ook de relatie met het nabije (of midden) oosten en de periode van de late oudheid en Byzantijnse taal, literatuur en cultuur wordt hierbij betrokken, evenals de receptie van de oudheid in latere tijden. Er is sprake van specialistisch onderzoek dat betrekking kan hebben op taal, literatuur, materiële cultuur, filosofie of geschiedenis, alsmede interdisciplinair onderzoek vanuit deze verschillende disciplines. Klassieke-oudheidstudies kenmerken zich door diversiteit in theoretische benaderingen en onderzoekstradities. Als netwerk is de onderzoeksschool OIKOS verantwoordelijk voor de opleiding van promovendi en research master studenten, de coördinatie van het onderzoek op het gebied van de klassieke oudheid, en de communicatie binnen het onderzoeksdomein.

 

Publieken

Klassieke oudheidstudies zijn internationaal georiënteerd, wat niet alleen blijkt uit publicaties in verschillende Europese talen maar ook uit intensieve internationale samenwerkingsverbanden.  De resultaten van het onderzoek richten zich ook op het publiek buiten de academie, wat onder meer blijkt uit het vervaardigen van vertalingen van oude teksten, samenwerking met voortgezet en basisonderwijs en met musea. Deze relatie met verschillende publieken krijgt vorm door middel van boeken, lespakketten, bijdragen in tijdschriften en verzamelbundels, websites, tentoonstellingen, theater en deelname aan publieke debatten. Van groot belang is ook de communicatie en samenwerking met docenten in het voortgezet onderwijs, bijvoorbeeld bij de examinering en bij curriculumontwikkeling.

 

Producten en communicatie

  • Academische publicaties verschijnen veelal in de vorm van boeken en bijdragen in edited volumes (vaak ook in open access format), en daarnaast in de vorm van artikelen in nationale en internationale tijdschriften. Sommige van de producten hebben een hybride karakter, gericht op zowel academische als breed geïnteresseerde algemene publieken en niet-academische lezers. Daarnaast zijn van belang: tekstedities, commentaren, grammatica’s, lexica, databases en tentoonstellingscatalogi. Ook kunnen handboeken en ‘companion volumes’ gerekend worden tot belangrijke communicatievormen.
  • Engels is de meest gebruikte taal in internationale publicaties. Daarnaast maken Nederlandstalige publicaties deel uit van het onderzoek, bijvoorbeeld in het hybride tijdschrift Lampas. Andere veel voorkomende talen zijn Duits, Frans, Spaans en Italiaans.
  • Reviewprocessen zijn van belang bij nationale en internationale publicaties, in de eerste plaats door middel van peer review, hetzij intern door de redactie zelf hetzij door externe referenten. Dit geldt voor artikelen in tijdschriften, voor bijdragen in edited volumes en voor boeken.

 

Processen en strategieën

  • Communicatie met niet-academische vakgenoten zoals docenten en vooral een breed geïnteresseerd publiek is van groot belang. Deze vindt plaats in de vorm van publicaties in hybride of op deze doelgroepen gerichte tijdschriften en boeken en door middel van deelname aan publieke debatten, tentoonstellingen, bijdragen in publieke periodieken zoals weekbladen en literaire media en blogs. Belangrijk zijn ook het verzorgen van nascholingscursussen en lesmateriaal voor het voortgezet onderwijs.
  • De meest voorkomende publicatievorm voor auteurs is de “single authored publication”, al is een toename in co-auteurschappen waarneembaar. Bij die laatste vorm wordt in het algemeen de alfabetische volgorde van auteurs aangehouden. Publicaties van één auteur komen in de regel voor bij boeken (monografieën), die een grotere productietijd vergen.

 

Domein specifieke aspecten voor kwaliteit en relevantie.

De meest gangbare media die relevant zijn voor valorisatie zijn boeken en tijdschriften, tentoonstellingen, publieke debatten en blogs, lesmateriaal (zowel online als offline), bijdragen aan publieke periodieken zoals weekbladen en literaire media, en databases (zoals woordenboeken).

 

Toepasbaarheid van kwantitatieve en kwalitatieve indicatoren voor gebruik en erkenning.

Bibliometrische indicatoren zoals citatieanalyses zijn niet bruikbaar, ook niet als deze gebaseerd zijn op Google Scholar, omdat veel publicatiekanalen niet worden geïndexeerd en de referentiepraktijken te divers zijn. Er bestaat in het vakgebied in kwalitatief opzicht grote consensus over de meest gerenommeerde tijdschriften en over uitgeverijen die hoog aangeschreven staan en garantie bieden van hoge kwaliteit.