EN NL

Onderzoekscultuur Cultuurgeschiedenis

Domein beschrijving

Cultuurgeschiedenis is een brede en dynamische discipline, die flexibel kan inspringen op opkomende onderwerpen en zorgen. Het onderscheidt zich van andere historische disciplines door de focus op cultuur als een proces van het toekennen van betekenis. In navolging op Johan Huizinga begrijpen we cultuur als een systeem van 'levensvormen': gebruiken, waarden, meningen, praktijken, objecten, kunst en kennis, die binnen een groep kunnen bestaan ​​en waaraan de groep betekenis hecht. Cultuurgeschiedenis onderscheidt zich door de zeer uiteenlopende bronnen die het documenteert en gebruikt (zoals verschillende soorten tekst, afbeeldingen, muziek, geuren en erfgoed, zowel materieel als immaterieel). Cultuurgeschiedenis verschilt van het domein Cultuur Studies vanwege de focus op geschiedenis en de historische methode, met nadruk op historische dynamiek en processen van verandering, interactie en toe-eigening in tijd en ruimte. Cultuurgeschiedenis is vooral een interdisciplinair onderwerp: binnen de geesteswetenschappen combineert het concepten en methoden uit de geschiedenis, kunstgeschiedenis, literatuur, theaterwetenschap, boekgeschiedenis en meer, en zoekt interactie buiten de geesteswetenschappen met de sociale wetenschappen (bijvoorbeeld culturele antropologie), met de natuur- en medische wetenschappen (door de geschiedenis van de wetenschap en medische geesteswetenschappen), en met computerwetenschappen (‘digital humanities’). Binnen het veld ontstaan regelmatig nieuwe benaderingen, focuspunten en specialisaties. Gezien cultuur van belang is voor identiteit, neemt identiteitsgeschiedenis ook een belangrijke plaats in binnen de cultuurgeschiedenis. Hoewel veel van het werk van het Huizinga Instituut betrekking heeft op historische evenementen die buiten Nederland plaatsvinden, is er sinds de tijd van Johan Huizinga een krachtige academische traditie geweest die zich richt op cultuur in Nederland en zijn connecties met Europa en de rest van de wereld. Dit gaat hand in hand met het betrekken van het Nederlandse publiek.

Het Huizinga Instituut fungeert als landelijk onderzoeksnetwerk voor Cultuurgeschiedenis.

 

Publieken

  • Cultuurgeschiedenis toont een sterke binding met nationale samenlevingen en culturen. Dat geldt ook voor de wetenschapsbeoefenaren van cultuurgeschiedenis in andere landen. Publicaties zijn voor een deel gericht op een nationaal publiek en op een breder dan uitsluitend academische beroepsbeoefenaren.
  • Daarnaast richten onderzoekers in dit domein zich op hun specialistische vakgenoten en op een breed areaal van onderzoekers in eigen en diverse verwante disciplines.

 

Producten en communicatievormen

  • In Cultuurgeschiedenis behoren monografieën tot de producten met het meeste aanzien. Allereerst vakwetenschappelijke monografieën, bij een erkende internationale academische uitgever, maar ook (succesvolle) “hybride” boekpublicaties gericht op academische en niet-academische belangstellenden.
  • Bundels of edited volumes en proceedings, met verbindende thema’s vormen voor vakgenoten ook belangrijke communicatievorm.
  • Tijdschriftpublicaties zijn internationaal gericht, en voor een deel ook nationaal gericht. In de grote proliferatie aan tijdschrift-titels zijn de meest belangrijke die welke zich toeleggen op communicatie met vakgenoten in sub-domeinen of sub-disciplines.
  • Reviewprocessen zijn van groot belang, ook voor boek- en bundel-publicaties, en kunnen zowel uit standaardvormen van (anoniem-collegiale) peer review bestaan als uit strenge redactionele reviewprocedures.
  • Wetenschappelijke resultaten kunnen ook gecommuniceerd worden in de vorm van lezingen, exposities, creatieve producten, of datasets.

 

Processen en strategieën

  • Monografieën voor internationale uitgeverijen vergen enkele jaren werk, doorgaans pas later in de loopbaan te realiseren.
  • Hybride publicaties gaan regelmatig gepaard met diverse lezingen en optredens voor wetenschappelijke, professionele en algemeen publieke toehoorders, radio- en tv-optredens en deelname aan (internet) blogs.
  • Single-authorship is de dominante auteursvorm ook al verschijnen in toenemende mate publicaties met meer dan een auteur.
  • Onderzoekers bedienen zich van diverse publicatievormen, zodat er diversiteit in publicatiemedia te zien is, gekenmerkt door tijdschriftartikelen, monografieën, bijdragen in bundels etc.

 

Domeinspecifieke kenmerken van kwaliteit en relevantie:

Hybride publicaties, met name boeken, zijn gericht op academische onderzoekers zowel als beroepsgroepen of ook belangstellenden daarbuiten.

 

Toepasbaarheid van indicatoren voor producten.

Het panel van Huizinga heeft diverse publicatiekanalen voor tijdschrift en boekpublicaties geautoriseerd, deels onderscheiden naar sub-domein, deels ook als kenmerk voor cultuurgeschiedenis in omvattende zin. De publicatiekanalen zijn gespecificeerd naar doelgroep. Indicatoren die geautoriseerd zijn door andere panels zijn mede relevant, vanwege het multidisciplinaire karakter van het domein. Naar de lijsten

 

Bruikbaarheid van kwantitatieve indicatoren (bibliometrische indicatoren):

  • Gezien de vrij beperkte registratie van tijdschriften en het ontbreken van monografiën als bron voor gevestigde databases zoals Web of Science en Scopus is het gebruik van bibliometrische gegevens uit deze databases niet aan te raden. In voorkomende gevallen is het wel mogelijk om verwijzingen naar monografiën te traceren met behulp van Google Scholar. Echter, deze laatste bron is beperkt representatief voor publicaties in cultuurgeschiedenis, zodat terughoudendheid geboden is.
  • Voor hybride publicaties is het mogelijk naast Google Scholar gebruiksanalyses te doen bijvoorbeeld door middel van internet searches, met het oog op het identificeren van maatschappelijke en wetenschappelijke gebruikers.